We volgden hiervoor de eerste les van het survivalhandboek ‘Hoe weet je wanneer, waar en hoe je welke paddestoelen, bladeren, wortels, bast, vruchten, bessen en bloemen kan eten ?’.. En neen, het antwoord is niet dat je een Chinese vrijwilliger moet laten voorproeven, zo sadistisch zijn ze zelfs in die handboeken niet.
Indien je voedingsproduct te slijmerig of te oud is of teveel wormen huisvest dan blijf je er best af. Ruik je amandel of perzik, dan vermijd je ze ook. Wrijf ermee over je elleboog of oksel en dan mag je, zonder jeuk, uitslag of pijn naar de volgende ronde. Wrijf ermee over je lippen en tong en zonder irritatie mag je weer een stapje verder. Als beloning mag je een kleine hoeveelheid eten, gevolgd door 5 spannende uren volledig vasten en handenwringend wachten op de mogelijke nadelige effecten. En, indien je dit allemaal zonder noemenswaardige mankementen overleeft, mag je zeker zijn dat het eetbaar is.
Met een lijstje op zak van de eetbare planten (die je dan wel moet herkennen, dus sleur je plantengids ook maar mee), maar vooral de kennis van de gevaarlijke soorten (o.a. wolfsmelk en monnikskap) wordt dit trial- and- error-gedoe al een beetje eenvoudiger, maar overleven in onze nochtans heerlijke bospolder, ’t zal moeilijk zijn !
Is het voedselaanbod uit de bospolder dan volledig waardeloos ? Gelukkig niet !
De vlier (uitbundig aanwezig op de Ekerse dijk) levert ons bloesems in de lente (basis voor vlierbloesemsiroop) en vruchten in de herfst (voor de vliersiroop) en deze drankjes werken vooral slijmoplossend. Deze besjes eet je best niet rauw (want in de bospolder zijn spijtig genoeg geen toiletten) maar je kan er wel een vitamine C-rijke confituur van maken. Vrolijk word je wel van de holle takken, want een fluitje voor de flierefluiter is zo gemaakt. En dat de nuttigheid van vlier al eeuwen bekend is bewijst het sprookje van vrouw Holle (what’s in a – Duitse - name ?).
Brandnetels hebben enkel voordelen (wie last heeft van het gratis bijgeleverde mierenzuur is een watje) voor insecten (heel veel soorten leggen er hun eitjes op) en voor wie een lekker slaatje van de jonge blaadjes lust. Zelfs na een midweek in het water zou het een middeltje worden om bladluizen te bestrijden.
De verwilderde hop van hier is wel niet geschikt voor het brouwen van bier maar is wel eigenzinnig : de ranken zijn linksdraaiend.
Twee planten lijken een beetje op elkaar (allé, ze hebben beiden gele bloempjes). Jacobskruiskruid is de favoriete plant van de zebrarupsjes van de Sint-Jacobsvlinder maar wordt dan weer niet gegeten door de grazers omdat ze de geur herkennen, maar onze nieuwsgierige Galloways kunnen zich wel vergissen bij gedroogde exemplaren. Sint-Janskruid daarentegen levert kleurstoffen, in een thee omgetoverd is het een middeltje tegen depressies en als zalfje doet het prima dienst als nachtcrème (wel niet overdag smeren !).
De Gelderse roos is drager van een overdaad aan prachtig rode maar smerig stinkende besjes dus de vogels zijn er niet zot van. Na een tijdje vriezen worden ze wel zoeter, dus lekkerder, net als onze spruitjes. De blauwe besjes van de sleedoorn zitten vol vitamine C, net als de rode van de hondsroos (waar men lekkere confituur van kan maken).
Wat harder, maar niet minder verteerbaar zijn de noten. De nog zachte noten van de hazelaar kunnen in de jenever gesmeten worden en de okkernoten zorgden voor een lekkere touch in de 5/5de cake.
En voor de niet-vegetariërs is er ook dierlijk voedsel. ’t Schijnt dat het vlees van de oudere Galloways lekker is, maar slachters vind je hier ter plekke niet en in het water zwemt wel wat eetbare vis (de truckers die hier een gans weekend moeten wachten hebben dit al ontdekt). Met een beetje oefening kan je ook wat eenden verschalken.
Deze vreet-en-zuipwandeling heeft het bewezen : indien je vroeg genoeg begint met de voorbereidingen (verzamelen, bewerken, inmaken, in de jenever smijten, cake bakken, confituur maken) dan beleef je een smakelijke smulvoormiddag in de vrije natuur, waarvoor dank aan Rit en Sylva.
Hopelijk volgt Joeri volgende woensdag dit lekkere voorbeeld !
Smullen komt nog aan bod, de laatste les zal dat zijn.
BeantwoordenVerwijderenIk zoek nog altijd iemand die wil koken. Ik zorg voor de ingrediënten.
Joeri